Jera On Air 2017: zaterdag 24 juni
Na het overdonderende muzikale geweld van gisteren, ligt de lat voor de zaterdag hoog. Met bands als Moose Blood, The Charm the Fury, The Dillinger Escape Plan en Of Mice & Men op het programma belooft ook de laatste dag van Jera On Air memorabel te worden. Als het festivalterrein wordt geopend is het nog tamelijk rustig, maar daar komt snel verandering in zodra klokslag 12:00 uur de eerste band aantreedt.
We openen de dag met Wolves Scream op de Second Stage en ’68 op de Impericon Mainstage. Eerstgenoemde heeft Guts & Glory gewonnen en trekt al veel festivalgangers. De Belgen spelen goed en vooral bij “Oathbreaker” komt de voorkant van het publiek goed in beweging. Onze zuiderburen trakteren Jera On Air op heerlijke gitaarpartijen en keiharde breakdowns. Direct daarna wordt de Impericon Mainstage geopend door de kleinste act op dit festival ooit: ’68. De band bestaat uit slechts twee leden, waaronder zanger Josh Scogin van The Chariot. Het tweetal opent zijn set met de toepasselijke track “Morning Voice” en meteen wordt duidelijk wat de festivalgangers het komende halfuur staat te wachten. Een enorm chaotisch, maar indrukwekkend geheel vormt zich op het podium. Het is dan ook mooi van lelijkheid en er zit een flinke dosis humor in.
Dan is het snel verhuizen naar de Impericon Mainstage, want The Devil Wears Prada is aan de beurt. De Amerikanen staan te popelen om nieuwe songs van de nieuwe plaat “Transit Blues” te spelen. Daarvan horen we onder andere “Daughter“, waarmee de band opent. Zanger Mike Hranica lijkt wel bezeten, zo driftig vliegt hij over het podium heen. Hij duikt zelfs tot tweemaal toe het publiek in om eigenhandig de pit te starten. De Amerikanen staan bovendien geweldig te spelen. De heerlijke riffs voel je in elke vezel van je lijf. De mannen kondigen de laatste track aan met de woorden: “Fuck Donald Trump!“. Geen speld tussen te krijgen.
Every Time I Die moet het helaas doen zonder frontman Keith Buckley. Zijn jonge dochter moest worden opgenomen op de intensive care, maar hij wilde de shows niet annuleren. Gelukkig waren er meer dan genoeg bevriende collega-artiesten die wilden invallen. Zo opent het vijftal met “Underwater Bimbos From Outerspace” met Dan O’Connor van Four Year Strong achter de microfoon. Na een paar nummers maakt hij plaats voor Alan Day, tevens van Four Year Strong. Daar blijft het niet bij: Mike Hranica van The Devil Wears Prada komt ook invallen, als ook Jeremy DePoyster van dezelfde band die “It Remembers” zingt. De gehele show is de pit moordend en klimt gitarist Jordan Buckley weer eens bovenop de torenhoge versterkers. Het resulteert in één van de meest bizarre, interessante en memorabele shows van het hele weekend.
Op de Impericon Mainstage begint de act die misschien wel het meeste buiten de boot valt op Jera On Air: Napalm Death. De tent blijft dan ook meer leeg dan vol. Het deert de oude grindcore-rotten totaal niet en de band doet gewoon lekker waar hij goed in is. Frontman Mark “Barney” Greenway is super actief en benut de ruimte op het grote podium optimaal. Met zijn zwaar Britse accent is hij af en toe onmogelijk te verstaan, maar hij heeft zichzelf een Nederlands woord aangeleerd: godverdomme. De massa blijft de gehele set kalm en geeft de meeste respons uiteindelijk op de Dead Kennedys cover: “Nazi Punks Fuck Off”.
Dan komen de mannen die voor het laatst in Nederland spelen: The Dillinger Escape Plan. De heren spelen onverbiddelijk harde, chaotische mathcore en valt duidelijk niet bij iedereen in de smaak. De festivalgangers zijn namelijk behoorlijk rustig. Hoe anders is dat op het podium, want deze gasten gaan ongelofelijk hard live. Gitarist Ben Weinman maakt de meest acrobatische bewegingen, terwijl hij kinderlijk eenvoudig doorgaat met bizarre akkoorden en loopjes spelen. Het woord ‘zwaartekracht’ staat niet in zijn woordenboek. Zeer indrukwekkend! Wie ook harde muziek kan maken is Deez Nuts. De Australiërs staan in een ramvolle Second Stage en laten zien hoe je een goede show neerzet. De mannen zijn geliefd onder Jera On Air-bezoekers, want veel songs worden luidkeels meegezongen. De hele set gaat het dak er af en de beuk zit er flink in bij tracks als “Band of Brothers“. Het snelle ritme en de gangvocals hitsen het publiek goed op. Voldaan vindt er weer een hele volksverhuizing plaats richting de Impericon Mainstage, waar Of Mice & Men zijn opwachting maakt.
De Punkbrockbar wordt afgesloten door de Vlaamse NOFX-coverband: NØFX. De coverband speelt op Jera On Air zijn laatste show ooit. Vanaf de eerste noot gaan de opblaasballen, -dieren en -banden de lucht in en breekt de moshpit los. Om het feestgedruis in toom te houden staan er al snel acht man security de barrière tegen te houden. NØFX klinkt bijna als de echte NOFX en soms lijkt het net alsof Fat Mike zelf achter de microfoon staat. De band trakteert de festivalgangers op alle NOFX-hits, zoals “Don’t Call Me White” en “Bob”, maar ook klassiekers “Six Pack Girls” en “Beer Pong”. Bij laatstgenoemde tovert de zanger een biertrechter tevoorschijn en zorgt hij ervoor dat het publiek de tent niet dorstig hoeft te verlaten. Een geweldige afsluiter van de Punkbrockbar, die qua energie niet onder heeft gedaan voor een echte NOFX-show.
Bovenaan de line-up prijkt de naam Me First and the Gimme Gimmes: een coverband met leden van onder andere Foo Fighters, NOFX en Lagwagon. Het is wellicht een wat atypische headliner als je ze vergelijkt met de mix van allerlei corebands eerder op de dag. Het humor-gehalte ligt echter hoog en de act lijkt zichzelf met glitterpakjes niet echt serieus te nemen. Het zorgt voor een gelaten sfeer en als je wat biertjes op hebt is dit zeker leuk om naar te kijken. Zo komen veel hitjes voorbij die tot in den treure op de radio zijn gedraaid, zoals “Sk8ter Boi“, “Uptown Girl“, “I Believe I Can Fly” en “Jolene“. Dit is het eerste halfuur leuk om naar te kijken, maar daarna heb je het wel gezien. De keuze van Me First and the Gimme Gimmes als headliner is gewaagd en pakt helaas niet helemaal lekker uit. Veel mensen kennen de headliner niet en verlaten de tent dan ook vroegtijdig. De band had misschien beter de Second Stage of de Punkbrockbar kunnen afsluiten.