Albert Hammond… Na Paul Anka waarschijnlijk de artiest met de meeste hits op zijn naam… Van Tina Turner’s ‘Don’t Turn Around’, via Starship’s ‘Nothing’s Gonna Stop Us Now’ tot aan ‘To All the Girls I’ve Loved Before’ van Julio Iglesias en Willie Nelson. Hammond schreef ze allemaal, maar raakte op eigen titel wereldberoemd met hits als ‘It Never Rains in Southern California’, ‘I’m a train’ en ‘The free electric band’. En in Nederland natuurlijk ook vanwege zijn duet uit 1986, ‘Give a little love’, met Albert West. Hammond staat in november voor maar liefst tien concerten weer in Nederland. Voor veel van zijn fans een mogelijkheid om sinds lange tijd weer eens naar de zanger te kunnen gaan luisteren. Hammond was voor promotiewerkzaamheden even in Duitsland en Maxazine sprak natuurlijk met hem…
In 1980 is Albert Hammond plotseling gestopt met touren. Niet omdat hij het touren nou zo verschrikkelijk vond, maar puur impulsief. “Ik had net enkele nieuwe nummers geschreven waar ik erg trots op was, en de platenmaatschappijen keurden het allemaal af. Ze vonden er geen enkele hit bij zitten”, aldus Hammond, “Ik baalde zo enorm dat ik even niets meer met platenlabels te maken wilde hebben. Het schrijven vond ik wel leuk, alleen had ik geen zin in alles er omheen.” Dat Hammond in 1980 ook nog eens een zoon kreeg (Albert Hammond Jr., gitarist van The Strokes, red.) speelde ook mee. “Inderdaad, een gezin opbouwen was op dat moment mijn grootste prioriteit. Ik wilde ook mijn twee dochters graag zien opgroeien, dus ik vond het wel goed zo.”
Ondanks dat Hammond niet meer zo nodig hoefde te touren, ging de zanger door met het schrijven van nummers. De nummers voor het door zijn label afgekeurde album gaf hij aan andere artiesten zoals Leo Sayer. Ook de jaren erna bleef Hammond schrijven voor grote namen, die er stuk voor stuk grote hits mee scoorden. Nu eindelijk, sinds hij weer optreedt, horen de mensen bij zijn concerten dat de grote hits feitelijk van zijn hand komen. “Als mensen horen dat ik die nummers schreef, staan ze eerst met grote ogen te kijken”, geeft Albert aan, “Maar uiteindelijk zien en horen ze de hits zoals ze bedoeld zijn, met de passie uit het hart van de schrijver zelf.”
Toch gunt de zanger/schrijver de andere artiesten het succes. “Ik ben maar een normale jongen, geloof niet zo in ‘ster’ zijn. Ik ben wie ik ben, schrijf m’n nummers vanuit het hart, maar blijf wel met beide benen op de grond staan. Als fans na een concert met me op de foto willen, dan doe ik dat. Ik ga pas weg wanneer de laatste fan is vertrokken. We hebben elkaar uiteindelijk allemaal nodig… Ik leef volgens de filosofie van Mahatma Gandhi en Nelson Mandela… En dat bevalt me erg goed!”
In 2008, bijna 30 jaar nadat hij het touren grotendeels vaarwel zei, werd Albert Hammond uitgenodigd om bijgeschreven te worden in de Songwriters’ Hall of Fame. “Ik was vereerd, maar begreep het niet zo. Van nature ben ik iemand van vooruitkijken, kijk nooit echt terug, maar toen werd allemaal opgesomd wat ik gedaan had en moest ik wel terugkijken. Ik schrok er wel een beetje van, en vond dat het publiek ook eens mijn versies van die nummers zou moeten horen.” Het was voor Hammond nog maar een kleine stap om weer te gaan touren.
In 1986 had Albert Hammond een grote hit met ‘Give a little love‘, dat hij samen met de Nederlandse Albert West opnam. “‘Give a little love’ is een van de mooiste nummers die ik ooit heb geschreven. En ik zing het nog graag. Zeker als je ziet hoe het er tegenwoordig aan toe gaat in de wereld. Het zou fantastisch zijn als iedere regeringsleider dit nummer in zijn hoofd heeft tijdens het maken van plannen.
We’ve got to give a little love, have a little hopeMake this world a little betterTry a little more, harder than beforeLet’s do what we can do together
Vanaf het moment dat Albert en Albert elkaar ontmoetten, groeide er een enorm respect tussen de zangers, en ontstond er een hechte vriendschap. “Albert West was een van mijn beste vrienden”, bekent Hammond, “Hij en Jan Vis (Albert West’s manager en ontdekker van een hele reeks Nederlandse artiesten). We stonden bekend als de Drie Musketiers. Jan overleed helaas in 2007 en Albert in 2015. Ik mis hen nog steeds, ben natuurlijk ook naar de kerk en de begrafenis geweest, waar ik nog een woordje heb gesproken. Dat was het minste wat ik kon doen. Nu ben ik de laatste Musketier. Maar ik ben nog lang niet van plan om dood te gaan!”
Nu, in november, komt Albert Hammond voor maar liefst tien concerten terug naar Nederland. En dat doet hij met zijn beste hits. Hits van zichzelf en hits die hij schreef voor anderen. “Ik wil de mensen geven waar ze voor komen. Daarbij wil ik ze laten horen hoe de nummers klinken als ze gezongen worden door de man die ze schreef.” In zo’n vijf weken trekt de sympathieke zanger langs Papendrecht, Venray, Enschede, Eindhoven, Breda, Delfzijl, Leeuwarden, Schiedam, Hoorn en Vlissingen. “Met een band, hoewel ik in augustus en september wel een paar concerten in Ierland, Engeland en Duitsland doe met een compleet symfonie orkest. Ik geef dan een aantal benefietconcerten voor het goede doel.” Want ondanks zijn leeftijd en sterrenstatus, blijft Hammond zich nog altijd inzetten voor de medemens.
“In 2018 ga ik weer naar Zuid Afrika om daar te gaan helpen bij enkele opvangtehuizen voor verwaarloosde en mishandelde kinderen. Ik moet dat gewoon doen, vind ik.” Hammond werd aangegrepen door de situatie, sinds hij de afgelopen jaren enkele malen optrad in Johannesburg. “Ik kende het land nog van vroeger, maar ik was er sinds 1974 niet meer geweest. Toch waren ze me daar niet vergeten, en trad ik er enkele keren op, waaronder een openluchtconcert voor meer dan 15.000 man.”