Mike Bloomfield was een invloedrijk muzikant met een bijzondere carrière, maar vreemd genoeg wordt de naam van de bluesgitarist tegenwoordig nog maar zelden genoemd. De van The Butterfield Blues Band en natuurlijk de Bob Dylan-lp Highway 61 Revisited bekende Bloomfield overleed op 15 februari 1981, op slechts 37-jarige leeftijd.
Als een van de belangrijkste namen binnen de Chicago-blues van de jaren zestig imponeerde Bloomfield met zijn formidabele spel op de eerste twee Butterfield Blues Band-lp’s: de klassiekers The Paul Butterfield Blues Band (1965) en East-West (1966). Vooral op die tweede plaat levert hij schitterend werk in onder meer I Got A Mind To Give Up Living en het dertien minuten durende titelnummer.
Bloomfield maakte deel uit van een historische gebeurtenis toen hij samen met andere Butterfield Blues Band-leden Bob Dylan begeleidde tijdens diens controversiële elektrische optreden op het Newport Folk Festival in juli 1965. Ook in de studio werkte Bloomfield samen met Dylan voor een van de allerbeste rockalbums aller tijden, Highway 61 Revisited (1965).
Na zijn vertrek bij The Butterfield Blues Band richtte Bloomfield de inmiddels vergeten band The Electric Flag op, met onder anderen ook drummer Buddy Miles. Ondanks de geslaagde mix van blues, rock en soul, was de band geen lang leven beschoren. The Electric Flag maakte indruk op het Monterey Pop Festival in 1967 en bracht een jaar later het uitstekende album A Long Time Comin’ uit.
Al Kooper, die als toetsenist ook al werkte aan Dylans Highway 61 Revisited en later Blood, Sweat & Tears oprichtte, werkte vanaf 1968 met Bloomfield aan een nieuwe plaat. In tracks als Albert’s Shuffle liet Bloomfield zich helemaal gaan in spetterende solo’s, maar uiteindelijk was hij vanwege gezondheidsproblemen slechts op de helft van het uiteindelijke album (Super Session, 1968) te horen. De tweede kant van het succesvolle en briljante Super Session werd ingespeeld door Stephen Stills. Van een supergroep was niet echt sprake, aangezien Bloomfield en Stills niet samen te horen waren in de tracks, maar de plaat was wel een voorloper van latere jamsessies van stermuzikanten.
Kooper en Bloomfield gingen wel toeren en in 1969 verscheen het eveneens geslaagde The Live Adventures Of Mike Bloomfield And Al Kooper. Bloomfield startte een – weinig succesvolle – solocarrière, werd bijna de gitarist van Canned Heat en speelde mee op Janis Joplins solodebuut I Got Dem Ol’ Kozmic Blues Again Mama! In de jaren zeventig bleef Bloomfield met grootheden werken, onder wie Vanilla Fudge-drummer Carmine Appice (in de supergroep KGB) en Dr. John.
Een indrukwekkende carrière dus, waar vandaag in 1981 een tragisch einde aan kwam na een overdosis drugs. Hij werd dood gevonden in zijn auto in San Francisco. Wat zich van tevoren precies had afgespeeld, blijft onduidelijk. Feit is wel dat de rockwereld vanaf die dag een meestergitarist van het niveau Clapton armer was.